Prachtige mosbolletjes met een rijke groene kleur worden soms op gletsjers gevonden. Interessant is dat ze in kolonies met gelijke snelheid en in dezelfde richting bewegen.
Deze knobbels werden voor het eerst beschreven in 1950 door de IJslandse meteoroloog Jon Petur Ejorsson, die ze jökla-mýs noemde, wat “glaciale muizen” betekent in het IJslands.
Volgens deskundigen groeien de “muizen” door onzuiverheden op het ijsoppervlak en is het niet erg gebruikelijk om ze waar te nemen.
Zodra de onderzoekers deze bolletjes voor het eerst zagen, vroegen ze zich af waar dit fenomeen vandaan kwam. Er wordt opgemerkt dat de “muizen” moeten bewegen om te overleven, omdat elke kant moet worden verwarmd door de zon, anders sterft het mos.